James Ephraim Lovelock (Letchworth, 26 juli 1919) is een onafhankelijk wetenschapper, auteur, onderzoeker en milieubeschermer. Zijn grootste bekendheid ontleent hij aan het bedenken en uitdragen van de Gaia-hypothese, waarin hij stelt dat de aarde functioneert als een soort superorganisme.
Hij is vooral bekend als de vader van deze Gaia-hypothese; het idee dat alle delen van onze planeet een complex op elkaar inwerkend systeem vormen, als een enkel organisme. Zijn nieuwe boek toont Gaia in moeilijkheden. In dit interview laat Lovelock een laatste waarschuwing horen voor planeet aarde en vertelt hij enthousiast over zijn (dan) aanstaande ruimtereis.
Gaia hypothese
Hoewel de Gaia-hypothese door de milieubeweging vrij snel werd omarmd, ontmoette zij in wetenschappelijke kring veel scepsis. Bekende critici van de Gaia-hypothese zijn Richard Dawkins en Ford Doolittle. In het kort komt deze kritiek erop neer, dat het mechanisme van natuurlijke selectie, dat op individuele organismen van toepassing is, op gespannen voet staat met het ontstaan van een situatie van homeostase op planetair niveau. Lovelock weerlegde de kritiek met modellen, zoals Madeliefjeswereld, die laten zien hoe effecten op het niveau van het individuele organisme kunnen doorwerken in planetaire homeostase. Het is echter nog niet duidelijk in welke mate de mechanismen van Madeliefjeswereld van toepassing zijn in de volledige complexiteit van onze biosfeer en ons klimaat.
Levensloop
Lovelock werd geboren in Letchworth Garden City, een stadje in het Engelse graafschap Hertfordshire. Hij studeerde scheikunde aan de Universiteit van Manchester en trad vervolgens in dienst bij het Institute for Medical Research in Londen. In 1948 promoveerde hij aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine. In de VS deed hij onderzoek aan Yale, Baylor University, en Harvard University. Lovelock heeft een groot aantal uitvindingen gedaan, waarvan er een aantal door NASA zijn toegepast bij het onderzoek van de planeten. Tijdens zijn werk bij NASA ontwikkelde Lovelock de Gaia-hypothese. Lovelock werkte in de jaren 60 bij NASA aan het Viking-programma dat uit twee onbemande ruimtevluchten naar Mars bestond. Hij stelde vast dat de atmosfeer van Mars stabiel van samenstelling is, en bestaat uit geringe hoeveelheden zuurstof, methaan, en waterstof en een overvloed aan kooldioxide. Dit was een belangrijke aanwijzing voor het ontbreken van leven op Mars. Desondanks besloot NASA het programma uit te voeren, op zoek naar aanwijzingen voor leven, maar NASA heeft dit tot op heden niet gevonden. Lovelock was de uitvinder van de Electron Capture Detector, waarmee zeer kleine concentraties van chemische stoffen in de atmosfeer kunnen worden gedetecteerd. Deze uitvinding droeg bij aan het ontdekken van de rol die CFK’s spelen in de aantasting van de ozonlaag. Lovelock werd in 1974 Fellow van de Royal Society, was van 1986 tot 1990 voorzitter van de Marine Biological Association en ontving in 1990 de eerste Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Milieuwetenschappen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Meer informatie op James Lovelock’s website: http://www.jameslovelock.org